zaterdag 1 juni 2013

Opsporingsbericht

 


Gisteren, Rik, verscheen er een intrigerend filmpje op de webstek van de krant. Een reporter maakt zich klaar om een onrustwekkende verdwijning aan te kondigen. Terwijl hij, de micro los in de hand, nog even de tekst op zijn blad doorneemt, wandelt uit de achtergrond een man naar de reporter en de camera toe. ‘Hallo,’ begroet de journalist hem als hij voorbijkomt, om dan te kunnen beginnen met zijn opsporingsbericht. Opnieuw kijkt de reporter naar zijn notities, dan naar de voorbijkomende man en terug naar zijn blad, terwijl hij ineens beseft dat de voorbijganger de vermiste persoon ís.

Zo, Rik, wou ik dat het gerucht over jouw dood wordt rechtgezet. Want, op je drieënvijftigste doodgaan, Rik, dat doe je toch niet? Joggend door Brussel, op twee kilometer van de aankomst, waar je zoon naar je stond uit te kijken?

Gisteren wachtte ik in de kerk met veel andere ongelovigen op jou. Je kwam maar niet. In afwachting rapten leerlingen over jouw kameraadschap met hen, over jouw filosofen en hoe die verbonden zijn met het nieuws in de Metro. De schooldirectrice repte ook, over je chaos en hoe je buiten de lijntjes kleurde. De pastoor herinnerde zich hoe je in zijn kerk nà het kyrie binnenkwam en vóór zijn zegen buiten stond.
En wij maar wachten, Rik, tot ver voorbij het kyrie, helemaal ongerust over de goede afloop toen je foto werd uitgedeeld. Als een opsporingsbericht, met je naam, je geboortedatum en een hint van een dichter.
Hoezo, je zou niet meer komen? Moet ik nu naar Kloosterheide om je verder over Brazilië, over de nieuwe wereld te horen preken? Gaan wij dààr ons gesprek over jouw sex appeal verderzetten? Is het echt op Kloosterheide dat je voortijdig op rust gaat, zoals men fluistert? Rik?
Tot hier mijn bericht over jouw verontrustende vermissing. Ik zoek in de ogen van mijn cameraman een twinkeling, om daarna achterom te kijken. En om met voorbedachten rade ‘hallo’ te zeggen als jij, Rik, komt aangewandeld.